Over Moeders en Ballen
Terwijl de gehaktballen voor m’n dementerende moeder napruttelen, is er tijd voor de zaterdageditie van het AD. Hugo Borst beschrijft de ervaringen met zijn moeder weer machtig herkenbaar. Er is nog een mama die vandaag aan de beurt komt in de kolommen: die van international Nigel de Jong. `Mijn moeder drilde me. Ik was bang voor haar’, kopt de ankeiler op de voorpagina. ‘Die heeft dus een klotenjeugd gehad’, denk je dan. Niets is minder waar, leert lezing van het hele artikel van Kees Jansma in de sportbijlage. De Jong geeft aan zijn moeder te adoreren: ‘En drillen heb je nodig.’ Ik kan me voorstellen dat ma De Jong gehakt wil maken van de kop van Jansma.
Ik moet terugdenken aan het voorjaar van 2010. Voor bladenreus Mediapartners schreef ik ooit stukjes voor de Allerhande van Albert Heijn. Nu zijn ze op mijn pad gezet door Frans van der Grint, een ex-collega die me in een oertijd veel leerde en in 2014 voor de derde opeenvolgende keer is gekozen tot beste M&A PR Consultant van Nederland. Frans trapt in his fifties de bal nog altijd verdienstelijk als back van de veteranen van TOV Baarn, ondanks wat kromme pootjes.
Hij is namens zijn werkgever Hill & Knowlton verantwoordelijk voor de public relations rondom het HollandBelgiumBid, de gezamenlijke inspanningen van de Nederlandse en Belgische voetbalbonden om het WK van 2018 / ‘22 binnen te halen. Of ik tijd vrij kan maken om toenmalig bondscoach Bert van Marwijk te interviewen. “Over het succes van het voetbal in de Lage Landen, met een knipoog naar het naderende WK. Historie, heden en toekomst aan elkaar koppelen. Vind je leuk.”
Dat klopt 200%. En dus zit deze jongen kort daarop ergens in een uithoek van het KNVB Sportcentrum in Zeist te wachten op de bondscoach. De fotoshoot loopt uit. Beeld versus Woord:
ze kunnen niet zonder elkaar, maar soms is het haat-liefde. Vervelen is er echter niet bij, want er ligt interessant leesvoer en er loopt dito interessant volk voorbij. Kees Jansma bijvoorbeeld, als perschef ook op zoek naar voor-hem Bert. In Jansma’s kielzog Lex Muller. De man die tijdens het WK van 1994 het vliegtuig met Oranje in een brandende zon aan de grond hield door de douane te vertellen dat-ie een bom bij zich had. Geintje.
Als Bert van Marwijk arriveert kijkt-ie bedrukt. “Sorry dat ik zo laat ben. Maar die fotografen ook soms… En ik moet op tijd weg, want m’n moeder is jarig.” Met officieel nog dertig minuten op de klok wordt dat dus vechten voor meeslepende quotes? Nee. De bondscoach levert een prachtig voetballers-onder-elkaar verhaal af, neemt daarvoor de tijd en belt aan het eind zijn moeder met de excuses dat hij wat later komt. “Maar ze woont hier gelukkig niet zo ver vandaan.”
Het verhaal van Jansma over Nigel de Jong blijkt ondanks de foute kop prima. De Jong memoreert ook de botsing die hij ooit had met … Bert van Marwijk. De middenvelder ging er in het teambelang een paar keer (te?) hard in op het veld; de bondscoach verbande hem onder druk van de media voor een tijdje van het veld. “Ik zie het Nederlands elftal als een wolfpack. Beschermen, elkaar hoe dan ook beschermen. Ik verwachtte steun, maar kreeg die toen niet.” Later kwam het weer allemaal goed tussen de twee. De Jong liet zijn voeten spreken, balde weer als vanouds, Van Marwijk kon en wilde niet meer om hem heen. Met dank aan de drive die Nigel meekreeg van zijn moeder.
En de mijne? Die vond de gehaktballen heerlijk. Wat ze ook gezegd zou hebben als ze niet te vreten zouden zijn geweest. Beschermend.